Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De natien zullen [wel] ruisen, gelijk grote wateren ruisen; doch [50]Hij zal [51]hem [52]schelden, zo zal [53]hij [54]verre wegvlieden, ja, hij zal [55]gejaagd worden, als [56]het kaf der bergen van den wind, en gelijk [57]een kloot van den wervelwind. 50. Te weten de Heere. 51. Te weten den koning van Assyrie. Anders, het, te weten volk, of die, te weten natien. 52. Zie de aantekening Ps.9:6. 53. Te weten de koning van Assyrie; zie 2 Kon.19:36. 54. Te weten tot in Assyrie toe. 55. Te weten door den engel, die het leger van Sanherib vervolgd en verslagen heeft. 56. Dat is, gelijk het kaf, of stof, dat op de bergen ligt, waar de wind lichtelijk kan bijkomen. 57. Of, ronde bol, of bal, of wervel, of kluwen. Anders: als een rond ding. Zie Ps.83:14.